‘Laten we ervoor zorgen dat we allemáál in een fijne samenleving kunnen leven’
Eind augustus is een bijzondere editie van ons magazine OuderenWijzer verschenen. Wij vieren namelijk het jubileum van 125 jaar ouderenbeweging in Nederland en dat mag niet onopgemerkt voorbijgaan. Ik ben ongelooflijk trots dat er al zo lang belangenbehartiging voor ouderen bestaat.
Het begon ooit met het realiseren van een ouderdomspensioen. Anno 2025 zijn de thema’s verbreed en vergroot: we hebben het niet alleen over koopkracht, pensioen en AOW, maar ook over zaken als wonen, toegang tot de zorg en digitalisering. En we maken een vuist tegen leeftijdsdiscriminatie. Maar in de kern gaat het er nog steeds om dat we willen dat ouderen gezien worden en zo lang mogelijk kunnen meedoen in de samenleving.

Onze leden zijn onmisbaar in deze missie. Dankzij hen kunnen wij ons belangrijke werk in de belangenbehartiging doen en ouderen informeren en helpen. Dat laatste gebeurt door mensen die bij ons in dienst zijn én door zo’n tweeduizend leden die zich vrijwillig zetten voor andere leden. Vanaf deze plek wil ik al deze mensen heel hartelijk bedanken.
In OuderenWijzer leest u de verhalen van acht leden die zich met hart en ziel belangeloos inzetten voor ANBO-PCOB, en dus voor ouderen. U ziet ze ook op de cover. Het was fantastisch om een dag met ze door te brengen en ze in het zonnetje te zetten.
Dit jubileum is een goed moment voor een terugblik: in deze editie staan we dan ook stil bij wat er de afgelopen 125 jaar allemaal gedaan en bereikt is. Dat is veel. Wij zijn goed en stevig verbonden met de politiek en vinden het belangrijk dat onze belangenbehartiging resulteert in een daadwerkelijke verbetering van zaken die van belang zijn voor ouderen. Hierbij is wat mij betreft samenwerken met andere ouderenorganisaties essentieel. Mijn wens voor de toekomst? Eén verbonden en grote ouderenbond, want samen staan we nog sterker.
De vergrijzing zorgt ervoor dat er in 2040 zo’n 5 miljoen ouderen zijn. We hebben dus heel veel te doen! Want met elkaar moeten we er niet alleen voor zorgen dat iedereen op een prettige manier oud kan worden, maar dat we allemáál in een fijne samenleving kunnen leven, een samenleving waarin alle leeftijdsgroepen evenveel waard zijn.



